Zaterdag 12 augustus ziet er veelbelovend uit als we aan de ontbijttafel verschijnen. Het is opgeklaard, helder en de zon komt er zelfs door. Dat kon wel eens een mooie dag worden om krijtrotsen en -kliffen te bewonderen!
Eastbourne is niet alleen om zijn pier bekend, maar ook om Beachy Head, de Seven Sisters en Birling Gap. Beachy Head is een 162 meter hoge klif van kalksteen (Engelands hoogste!) die een prachtig uitzicht geeft op Eastbourne en het Kanaal. Dicht erbij is een mooie kleine vuurtoren. Ik dacht eerst dat het een oude was, omdat hij in het water staat, maar het bleek dus de nieuwe te zijn (de oude gaan we straks ook nog zien). Als ik op de kaart kijk, zie ik dat deze nieuwe vuurtoren precies goed staat, op het zuidelijkste puntje van dit deel van de zuidkust van Engeland.
Dat was een mooie wandeling! We zouden zo door kunnen lopen naar de oude vuurtoren en de Seven Sisters. Beide konden we vanaf Beachy Head in de verte zien liggen. Omdat er neerslag aan leek te komen (zowel ‘op het oog’ als via de weer-app), besloten we terug te wandelen naar de auto, die we bij het begin van de wandeling geparkeerd hadden, en met de auto naar de Seven Sisters te gaan. Dan konden we altijd van daaruit ’terug’ lopen naar de oude vuurtoren.
Dat hadden we goed gegokt! Ten eerste dronken we beneden bij het stalletje de lekkerste cappuccino die we tot nu toe in Engeland bestelden. Ten tweede begon het tijdens de autorit flink te regenen. Bij windkracht 5 was dat geen pretje geweest om in te lopen. Die Engelsen kunnen daar blijkbaar tegen, die liepen gewoon in T-shirt en korte broek door. Ze hadden ook geen keus trouwens, want er was op veel stukken geen beschutting en onze auto was te klein om ze allemaal mee te nemen.
Na een kwartiertje rijden en een parkeerplekje vinden, nam de bui af en klaarde het al snel weer helemaal op.
De Seven Sisters is een prachtig stuk van de Engelse kust, bestaande uit krijtrots-wanden met oorspronkelijk (rond 1600) zeven “toppen” of welvingen, maar inmiddels is er door erosie een achtste zuster bij gekomen. Niet alleen zijn ze prachtig om te zien, het is ook indrukwekkend om te beseffen dat je naar honderden miljarden minuscule kalkskeletjes aan het kijken bent van coccolieten of (eencellige) kalkalgen die tussen de 65 en 100 miljoen jaar geleden leefden. Er liepen toen nog dinosauriërs rond, maar niet op deze kliffen, want de witheid van het krijt geeft aan dat het onder water moet zijn ontstaan. De verschillende krijtlagen worden afgewisseld met lagen vuursteen, de donkere horizontale banden op de foto’s. Vuursteen is eigenlijk kalksteen die enorm samengeperst is (dat noemen geologen concretie). Ik kon niet vinden waarom dat zo regelmatig gebeurde als op de foto’s te zien is. Mooi is het wel!
Krijt is een erg zacht gesteente. De Seven Sisters eroderen meerdere centimeters per jaar en bij een hevige storm soms ineens tientallen centimeters. Zo komt het gemiddelde op 40 cm per jaar. Dat is geologisch gezien enorm veel, Engeland wordt steeds kleiner!
De Seven Sisters worden eigenlijk altijd in één adem genoemd met Birling Gap. Het woord birling los vertaald betekent ‘billen’, leer ik van Goegul. Birling gap wordt vertaald met grote kloof. That makes sense… Birling Gap is een stenenstrand dat is ingesloten tussen de Seven Sisters en de volgende klif, degene waarop de oude vuurtoren staat.
Er is een bezoekerscentrum, waar ook een trap is die naar Birling Gap leidt en van waar je over het stenenstrand kunt lopen (goede training voor je enkels) en de krijtrotsen van onderaf kunt bewonderen. Daar struinen we een tijdje rond en nemen enkele steentjes mee voor de collectie. Na een tijdje gaan we weer naar boven en lopen met de wind mee naar de oude vuurtoren, die Belle Tout heet en waar tegenwoordig een B & B in zit. Bij Belle Tout eten we (uit de wind) een ijsje en maken nog meer mooie foto’s.
Zoals je ziet maken we op zo’n dag heel wat foto’s. Die foto’s moeten we allemaal uitzoeken en sorteren. We hebben er inmiddels al een beetje routine in en dus gaat dat wel vlotjes. Je zou natuurlijk kunnen zeggen ‘wat doe je jezelf aan op de vakantie’, maar we hebben plezier in het maken van deze website en een Albelli foto-album. En als we thuis zijn is alles ook klaar en hebben we geen uitzoekwerk meer. Uitzoekwerk waar zoveel mensen nooit meer aan toe komen na een mooie vakantie.
Na ons ijsje en de fotomakerij gaan we tegenwinds retour richting bezoekerscentrum. Daar doen we nog wat ‘spending therapy’ en leren we in het info-centrum nog wat boeiende feiten over dit prachtige deel van de Engelse kust.
Zo gingen we voldaan weer terug naar ons hotel. Ruim 12 km gelopen en volgens de gezondheidsapp op de telefoon zo’n 75 verdiepingen. Hopelijk geniet je net zo van de foto’s bekijken als wij van het maken!
Op zondag de 13e is het uitchecktijd. Gisteren was me echter iets ter ore gekomen waar ik Johanna mee wilde verrassen: een klein gebiedje met de naam Cow Gap, vlak onder Beachy Head, waar je schelpen schijnt te kunnen vinden! Die mededeling ging erin als Gods woord in een ouderling (sorry, mam, ik kon het niet laten), en zo stopten we al na twee kilometer, ’toevallig’ bij de kiosk met de beste cappuccino. Maar eerst dus even wandelen, ongeveer 1 1/4 mijl volgens het bordje, dus ruim 2 km. Smalle en weinig belopen paden, pittige stukjes omhoog en omlaag en tenslotte was daar het bordje Cow Gap en een stalen trap om de laatste 5 meter afdaling te overbruggen.
Daar stonden we op een ruig stenenstrand en inderdaad, al snel vonden we schelpen. Naast de muiltjes (een stuk groter dan in Nederland) vonden we schaalhorens, sepia’s en best veel eieren van de wulk. En ja hoor, daar was ook de eerste wulk-schelp! In Nederland vind je eigenlijk alleen blauw-grijzige wulken, hier zijn ze geel-beige-achtig, best mooi. Het was een uitdaging om er een te vinden die helemaal gaaf is. Ze zijn nagenoeg allemaal min of meer beschadigd, door het vele rollen tussen en op de stenen hier. Maar dat mag de pret niet drukken. Johanna was in haar element en vond ook nog een groot rogge-ei.
Op de foto hierboven zie je: bovenste rij v.l.n.r.: krijt met fossiele trilobiet, idem met ammoniet, een klein schelpje, onbekend streeppatroon… Linksvoor zie je een rogge-ei (groot en zwart) en daarnaast (kleiner) een haaienei. Verder wulken, schaalhoorns en een muiltje en nog wat klein grut. Zou dat witte spitse ding een haaientand zijn?
Na een uurtje struinen gingen we weer terug en dronken we weer zo’n lekkere cappuccino in The Kiosk. Daarna reden we richting Walberton, waar ons volgende hotel is. Dus nu denk je misschien dat dit verhaal van de Seven Sisters af is. Dat dachten wij ook eigenlijk. Maar na ongeveer 6 km was er een prachtig uitzicht én een parkeerplaats bij een Seven Sisters Visitor Centre. Daar dus maar snel de auto ingedraaid en een plekje gevonden. Een blik op het infobord liet zien dat je een niet al te lange wandeling kon maken om de Seven Sisters vanaf de andere kant (de westkant) te bekijken. Tja, en wat doe je dan: dan ga je natuurlijk die wandeling maken. Dus, beste lezer, nog even doorbijten en ook de volgende foto’s maar bekijken…
Na deze wandeling, die het totaal van vandaag weer op ruim 10 km bracht, waarvan een aanzienlijk deel stijgen en dalen of over stenenstrand, hadden we genoeg natuurschoon voor één dag gezien. We besloten in één streep door te rijden naar ons volgende hotel.
Wat een geweldige dag! Een super leuke ‘schelpenverrassingswandeling’ met daarna het adembenemendste natuurschoon wat ik maar kon wensen. Ik voelde me vandaag als de negende zuster 🙂
Dat klinkt zeker als een heerlijke dag! Fijn dat jullie zo samen genieten en wat lief dat je Johanna hebt verrast!
Dikke kus voor jullie beide!
X
Dank voor je berichtje, Chris10! Keep in touch en ook voor jou en Jasper een goede vakantie in Wales toegewenst!