Nadat we op dinsdag 31 juli onze spullen hadden ingepakt op ons mooie plekje aan het Svartisvatnet, hebben we eerst LPG getankt in Mo I Rana. Onze 50 liter LPG tank was voor ca. een derde leeg en de weersvooruitzichten lieten toch lagere temperaturen zien voor de komende periode.
Omdat LPG maar op weinig plaatsen in Scandinavië te koop is, is het handig het te doen wanneer je kunt, ’toevallig’ in Mo I Rana dus…
Hierna volgden we de bordjes met het ‘bloemetje’, de bekende en als mooi omschreven Riksveg Rv17, ook wel Kystriksveien genoemd. Wij gaan het Helgelandse deel volgen, de Helgelandskysten. Maar eerst een stukje over de weg 12, die bij Utskarpen uitkomt op-/overgaat in de Rv17.
Als de autobaan E6 al een weg is waar je niet echt op kunt schieten (nu hoeven we dat ook niet, maar van een autobaan zou je dat wel verwachten…), zou je denken dat die kleinere, toeristische weg Rv17 helemaal langzaam zou zijn.
Maar dat viel dus 100% mee. De Rv17 is prima berijdbaar, bochtig en natuurlijk ook heuvelachtig, maar overal breed en overzichtelijk en niet te hobbelig. Belangrijker nog: hij is inderdaad ook erg mooi. Hij loopt vlak langs de kust (duh…) en zo rijd je soms over een brug(getje) naar een volgend eiland(je) en soms is er een veerboot.
Achter iedere bocht is het landschap weer anders, bosachtige stukken en ruigere bergen wisselen elkaar af.
Zo reden we over een schiereiland richting Nesna (uiteraard met pauze- annex foto-stop), waar we de eerste veerboot namen richting Levang. Vandaar over het eiland Alsten verder gereden richting Tjøtta, een stuk van ruim 70 km. Mooi van dit gedeelte is dat je langs een ruig ogend gebergte komt, de Zeven Zusters (De Syv søstre) én over de prachtige Helgelandbrug gaat.
In het stadje Sandnessjøen hebben we maar even geld gepind, want we lazen dat veel veerponten alleen met contact geld betaald kunnen worden. (Voor toekomstig Rv17 reizigers: je kunt gewoon overal pinnen…) Sandnessjøen is een troosteloos stadje, met bij de Rema supermarkt (alleen die naam al, dat is toch geen ICA…), de meest ongeïnteresseerde winkelmedewerker van het westelijk halfrond, die nog net de energie had om zijn arm op te tillen om te wijzen in welke richting we ongeveer een ‘Bankomat’ zouden kunnen vinden.
Reden dus om snel weer door te rijden en nog een stukje van de weg en de omgeving te genieten, en na enkele kilometers rechtsaf te slaan om op een plekje op Offersøy Camping neer te strijken. Een plekje aan zee, aan een soort Waddengebiedje.
Alle accu’s van de laptops waren leeg, dus bloggen en hobbyen aan het Albelli foto-album was niet meer mogelijk, dus dan moet je even aan het stroom-infuus…
Daarbij hadden we een mooi plekje, eerste rang aan de waterkant. De zon brandde flink en het was bijna windstil, een beetje plakkerig weer dus. Maar zo’n Waddenzee-achtige omgeving vonden we toch minder uitnodigend om in te gaan zwemmen. Gelukkig was hier een douche.
Woensdag 1 augustus regende het zowaar ’s ochtends, dus was het de tweede keer dat we in de campert ontbeten (de eerste keer was aan de poolcirkel, waar de setting er gewoon niet naar was). Tussen de buien door de spullen droog binnen gekregen en de reis voortgezet richting volgende veerboot, die van Tjøtta naar Forvik.
Een vaart van zo’n uur. Meestal varen die boten dan ook met een lagere frequentie. Zo ook nu. De boot was een uurtje geleden vertrokken, de volgende zou over ruim anderhalf uur gaan. Tijd voor thee en wat lees-/computerwerk, o.a. het schrijven van de regels die je nu leest.
Toen we de boot op zouden rijden, werden we ineens de ernaast klaar liggende, kleinere veerboot op geloodst. ‘Ja ja, het was OK’, gaf de ‘regelaar’ aan, dus daar vertrouwden we dan maar op. Het was ook OK, alleen kregen we een kleine verrassing extra. De boot voer namelijk niet rechtstreeks naar Forvik, maar eerst naar het eiland Mindlandet, om daar één meisje aan boord te laten komen.
Daarna legden we nog kort aan in Stokka op het eiland Hamnøya, waar een aantal auto’s wat in moest schikken, zodat er nog een auto en een busje bij konden op de pont, achterwaarts inrijdend en tussenvoegend.
Heel apart allemaal, maar ja, die Noren moeten zelf ook komen waar ze heen willen… En niemand wond zich erover op, dus dat hebben wij ook maar niet gedaan.
Na zo’n anderhalf uur kwamen we dan toch in Forvik aan. Het was inmiddels tegen 15 uur en we hadden ongeveer 20 km gereden en heel lang gewacht. Zo’n laag gemiddelde hadden we nog niet gehad, dit is echt onthaasten… 😉
De volgende etappe van de bloemetjesroute was een korte, van zo’n 17 km rijden (gewoon doorgereden, het was helemaal grijs, zwaar bewolkt en het miezerde) en dan weer een bootreisje van zo’n 20 minuten, van Andalsvåg naar Horn. Dat ging met een ‘normale’ wachttijd 😉 .
Het weer klaarde ook mooi op, dus het werd steeds leuker om zo te kachelen en af te wisselen met varen. We hadden nu nog één vaartocht voor de boeg op dit gedeelte van de Helgelandskysten, maar eerst zo’n 70 km over het eiland Sømna, naar Vennesund. Een leuk kacheltochtje over een heel mooie weg. Af en toe een wildrooster in de weg, om de schapen ‘binnen de perken’ te houden. Schapen lijken slimmer dan remdieren, ze lopen niet de hele tijd voor je wielen…
We zaten nu goed “in het ritme”, want de wachttijd voor de boot naar Holm was kort en de overtocht erg mooi, met een lekker zonnetje erbij. Het veerbootje-varen (ik schreef eerst veerboot-gevaar…) is nu voorbij, we leggen de bloemetjesroute verder af per weg. Maar eerst slaan we linksaf een weggetje in en regelen een plekje op Holm Camping, zodat we tijd hebben om na te genieten van de dag en ons te verheugen op het laatste bloemetjesroutegedeelte.
Vlak na ons kwam een Noors echtpaar aan. En ja hoor, werkelijk binnen 5 minuten stond de grill aan en zaten ze ernaar te kijken als was het een spannende film…
Holm Camping is een grappige camping, gevestigd in een oud schoolgebouw. Het ‘beheergebouw’ heeft een aantal vleugels, waar in de oude kantoren kamers verhuurd worden. Het gebouw ruikt ook nog een beetje naar school, er hing een vage puntenslijpsellucht. Her en der zijn nog kindermuurschilderingen te zien.
De eigenaresse (zwanger en een kind van ca. 4 jaar op de arm) vertelde dat ze een 40% baan erbij had en de volgende dag niet aanwezig zou zijn op de camping. Geen punt voor ons en het verbaasde ons ook niet echt: het hoogseizoen is erg kort op deze noordelijke hoogte en Holm Camping is een kleine camping, dus rijk worden daarvan zal lastig zijn.
Wij gokten overigens dat ze verpleegkundige was (dat zijn nl. allemaal duizendpoten…).
’s Avonds was er nog tijd voor Johanna om naar zee te gaan en op het strand te zoeken naar stenen en schelpen, want in Offersøya hadden we al gezien dat aan deze kust best een en ander te vinden is…
Donderdag 2 augustus was het weer een prachtige ochtend, met buiten ontbijten en daarna nog een paar uurtjes ‘gelummeld’ met wat huishouden en lekker even naar het stenige strand om schelpen en steentjes te verzamelen. We vonden mooie dingen, o.a. wat stukken koraal!
Johanna sprak nog met de moeder van de eigenares, die hielp met schoonmaakwerk op de camping. De eigenares was doktersassistent, hetgeen voor ons betekende dat we onze gok van verpleegkundige goed rekenden.
Op de vraag hoe het zat met de gezondheid van de mensen in zo’n mooie omgeving en met zulke schone lucht, was het antwoord wel verrassend. Dat was nl. helemaal niet zo supergoed. Er kwamen nog steeds best veel gevallen van kanker voor, ook bij relatief jonge mensen. Nog steeds een gevolg van de kernramp in Tsjernobyl in 1986… De wind stond daarna helaas verkeerd, waardoor deze regio veel radioactiviteit ‘op z’n dak’ kreeg.
Het roept ook de vraag op hoe dat in andere delen van Noorwegen en in Zweden zit. Wij hadden er tot vandaag niets over gehoord.
Enfin, zo kwam het dat we pas tegen 14 uur wegreden van Camping Holm. We hadden van tevoren gekeken op Weeronline.nl, onze vaste vraagbaak voor de weersvoorspellingen, en een buitengewoon accurate, zoals we in 2015 én dit jaar gemerkt hebben. De voorspellingen voor de Noorse westkust zijn niet best: regenachtig. Flink regenachtig mag je wel zeggen.
Nu zijn we niet bang van een beetje regen, maar van eerdere jaren weten we, en ook gisterochtend nog even op Camping Offersøy, dat regenwolken om de bergen heen hangen of ertussen zakken en alles grijs maken. De nattigheid is het probleem dus niet, het ‘uitzichtloze’ wel…
Aan de oostkust van Zweden blijft het weer nog best heel OK. Dus gaan we op de toeristische manier weer landinwaarts, richting Zweden!
We gingen eerst verder de Rv17 af richting Foldereit. Echt een heel mooi stuk van de Rv17, waarbij we om diverse fjorden heen reden en bij tijd en wijle prachtige uitzichten hadden. We hadden gelezen dat de Rv17 ná Foldereit een heel stuk saaier zou worden en dat het leuker was dichter langs de kust te blijven rijden, via de weg 770.
Dat hebben we dus gedaan en dat was heel OK, maar lang niet zo leuk als het deel van de Rv17 dat ik net beschreef.
Wat dan wél weer extra leuk was, was dat we op een gegeven moment linksaf moesten om zo bij Hofles uit te komen, waar we de veerboot namen (tóch nog één!) naar Lund en daar verder reden over de weg 769 naar Namsos. Die 769 was ook een prachtige weg om te rijden, met mooie oversteken naar andere eilanden via diverse mooie bruggen. Jammer dat het wat was gaan regenen, maar ja, je kunt niet alles hebben.
In Namsos eindigde voor ons de Rv17. Nou ja, eigenlijk reden we een stuk van de Rv17 dat we door onze kustroute-omweg niet hadden gereden, nu terug, richting Skogmo, om daar de afslag naar Grong te nemen, waar we een camping vonden voor de nacht. Echt waar, die plaatsnamen hier… “Grong”, dat is toch de naam van het monster onder je bed?
Die Rv17 is echt een leuke manier om (een deel van) de Noorse westkust af te zakken (of op te stijgen als je hem noordwaarts wilt rijden). De delen die we nog niet gedaan hebben staan op ons lijstje voor een volgende reis… 😉
Wat een vooruitzicht. Lagere temp!!! Hier blijft het ruim boven de 30 graden en de vooruitzichten blijven voorlopig zo. (30-35) Alles kurkdroog. Jullie hebben toch maar het voorrecht gehad om regen te krijgen. Ik heb me voorgenomen als het hier gaat regenen, in mijn blootje in de tuin te gaan staan. Naar één van jullie foto’s, met onderschrift “Eldorado” hebben we langer gekeken. Het leek een stenen hart met daarboven wit glanzende eieren. Maar dat zullen ongetwijfeld stenen zijn geweest. Verder weer een onderhoudend en amusant verslag.
We houden het in de gaten en komen niet al te snel terug naar NL, Willem! Hier blijft het onder de 25 graden voorlopig, heel OK dus.
Die eieren die je bedoelt zijn schaalhoorns, een soort schelp die je in NL niet veel meer vindt (misschien in Zeeland, maar daar komen we amper). Verder liggen er mooie gekleurde huisjesschelpen bij en enkele steentjes.
Wat een ontzettend prachtige foto’s bij jullie verhaal. Ik heb genoten. Bedankt.
Dank voor je reactie, Harriët, blijf meelezen! 😉
Beste Johanna en Ronald,
Leuk om jullie ervaringen te hebben mogen lezen over RV17, deze staat nog op ons verlanglijstje.en hopen die ooit te kunnen rijden, maar heb 2 vragen aan jullie, moet of kan je die veerboten reserveren of is het gewoon aansluiten, en op de vaartijdentabel zie ik dat je bij een bepaald stuk wat 17 km is, maar 25 minuten hebt om bij de volgende veerboot te komen, klopt dat, hopelijk haal je die boot anders moet je volgens ons heel lang wachten op de volgende, alvast bedankt voor het evt. antwoord, groetjes, Mia
Dag Mia!
Dank voor je reactie. De veerboten hier zijn een onderdeel van de weg, zo zien die Noren dat, begrepen we. Het is dus gewoon rijden en aansluiten. Zoals je kon lezen hebben wij wel eens verplichte wachttijd gehad van meer dan een uur. In de camper vermaakten we ons dan prima en oefenden we in de kunst van het onthaasten. Ik heb niet het idee dat de boten op elkaar afgestemd, maar in de praktijk zullen de auto’s toch min of meer in een rijtje aankomen van de ene naar de nadere boot. Dus dat zal zich wel op een natuurlijke manier regelen.
We wensen jullie een goede reis!