Misschien dat sommige lezers wel blij zijn dat we ook af en toe wat luierdagen inlassen waarop we niet zoveel doen en er dus ook niet zoveel te bloggen is. Na zoveel moois van de afgelopen dagen was het eigenlijk ook wel weer eens tijd om even wat rustiger aan te doen.
Ik weet nog dat we in 2015, toen we het voorrecht hadden om 3 maanden weg te mogen, na 11 weken echt voldaan waren. Door activiteit en uitrusten goed af te wisselen, kwamen we echt uitgerust én geïnspireerd én tevreden terug. Wat we toen geleerd hebben is wat we nu ook doen: niet te hard van stapel lopen.
Vandaar dus dat we na ons vertrek van de Flatruet lekker doorkachelden (en zowaar dat we onderweg twee levensgrote elanden langs de weg zagen staan, die rustig het bos inliepen toen we stopten; wat een leuke verrassing!) en uiteindelijk in Östersund neerstreken, op een stille parkeerplaats. De volgende dag besloten we te gaan bivakkeren op de redelijk stadse camping met de originele naam Östersunds Camping.
Östersund is een echte stad, in het midden van Zweden. Dat ‘echte stad’ mag best benoemd worden, want in onze ervaring zijn veel plaatsen die in Zweden het predikaat ‘stad’ dragen, niet echt wat wij in Nederland een stad vinden.
Östersund daarentegen heeft een heus stadscentrum met leuke winkelstraten (met een uitgebreide boekwinkel en een goed ogende muziekwinkel, theater, kroegjes en restaurants (niet alleen maar Pizza – Kebab tentjes dus), kunstwinkels, goeie koffietentjes (nee Laurens: geen StarBucks) en een heus museum wat het etiket museum ook waardig is. Daarbij ligt de stad ook nog eens heel mooi: heuvelachtig en aan een groot meer, én heeft het een vliegveld met vier maal daags een vlucht op o.a. Stockholm.
Kortom: er mankeert echt niet veel aan en we hadden beiden het idee dat we hier best goed zouden kunnen wonen.
Bij het bekijken van het aanbod in de makelaars-etalages verging ons de lust echter al snel. Blijkbaar zijn veel mensen het met ons eens, want de huizenprijzen zijn hier bijna Nederlands…
Donderdag 26 juli besloten we een tochtje te maken naar Vålådalen, een bergsportgebied niet ver van Östersund. Het bleek toch nog een eindje rijden te zijn, maar dat was niet zo erg, want de weg was wederom prachtig.
Zo stopten we, behalve bij een loppis, bij een mooie rivier met stroomversnelling, de watervallen ‘Nylandsforsen’ (échte watervallen, wat ook wel eens anders is in Zweden…) en bij het mooie kerkje van Mattmars.
Grappig te zien dat we nu eigenlijk een heel groot gedeelte van het gebied Härjedalen gezien hebben, want Vålådalen ligt eigenlijk weer aan de overkant van de Flatruet, waar ons vorige blog over ging.
Een buitengewoon mooi stukje Zweedse natuur, wat men in Vålådalen dan ook in een heuse Naturum uitlegt. Zo kwamen we er ook op om hierheen te gaan: Johanna las over de ambities van dit gebied om Nationaal Park te worden. Nou ja, de Naturum is er in ieder geval al klaar voor, en wij hopen dat die ambitie waar mag worden, zo mooi als dit gebied is (bovendien vinken wij hem dan alvast af als ‘bezocht’ van ons lijstje NP’s!).
Nu we het toch over NP’s hebben: Johanna ontdekte dat er inmiddels 30 zijn! Recent is Åsnen erbij gekomen. O jee, en straks Vålådalen nog. Dan is er geen bijhouden meer aan… 😉
Vrijdag 27 juli bezochten we museum Jamtli en bekeken daar een deel van de collectie over de geschiedenis van Jämtland (de provincie waar Östersund de hoofdstad van is). Het is een groot museum, met ook nog een soort openluchtmuseum buiten. Aangezien we pas ’s middags in het museum waren, blijven onze kaartjes ook morgen nog geldig, vertelde de juffrouw aan de kassa. We hoefden alleen onze namen in te vullen en dan mogen we er op zaterdag zo weer in!
Zaterdag de 28e hebben we het museum dus opnieuw bezocht. De zaal met oudere kunst bevatte zelfs 2 Rembrandts en een Rubens, naast andere mooie werken. We bekeken ook nog het Vikinggedeelte en gingen daarna naar buiten, het openluchtmuseum ‘in’. We zeiden tegelijk dat veel Zweedse dorpjes nog steeds veel lijken op hetgeen we daar zagen.
Desalniettemin een prachtig museum, zeker een bezoek waard. Plan er dan ook gerust twee dagen voor, daar hebben wij geen spijt van!
Na Jamtli namen we afscheid van Östersund en reden we noordwaarts. Tenminste: we konden noordwaarts rijden nadat we de file voorbij waren. FC Östersund moest voetballen en er stond een lange rij auto’s voor de stadioningang… Het plan is om naar Mo I Rana in Noorwegen te rijden en vandaar langs de Noorse kust naar beneden af te zakken.
Als we niet té veel loppissen gaan tegenkomen, gaat dat misschien lukken… 😉
We willen nog enkele observaties delen.
Het is heerlijk te merken dat hier in Zweden zoveel terrassen rookvrij zijn. Dat heeft niet met de droogte en het brandgevaar te maken (in de buitengebieden natuurlijk óók), maar met het feit dat men dat gewoon besloten heeft. In Zweden is binnenkort roken in het openbaar helemaal uit het straatbeeld verdwenen. Dus daar hoeft men in Nederland niet zo over te zeuren, het kan gewoon.
Dan valt op dat er hier erg veel Noren op vakantie zijn. We schreven al dat die Noren er financieel warmpjes bij zitten en Zweden voor hen goedkoop is. En dan hebben ze ook nog allemaal 3 tot 5 kinderen. Heel apart…
Waar wij in 2015 nog zagen dat de gemiddelde Noor op een camping zijn caravan op de handrem slingert, de gril uit de disselbak haalt en er een grote vleeshomp half zwart op grilt, houdt nu iedereen zich keurig aan het verbod op open vuur en buiten grillen. Dat scheelt ons veel crematoriumluchtjes 😉 .
Wat ons dan weer verbaast is dat we die Noren niet meer buiten zien eten, ook niet ontbijten. Blijkbaar hoeft dat voor hen niet als ze geen fikkie mogen stoken.
GM luitjes, ik dacht ik reageer vóór dat ze wakker worden!! Af en toe een rustperiode inlassen is heel verstandig. Reizen en veel willen zien in een korte tijd is inspannender dan je vermoedt. Daarmee is het gezegde “rust roest, arbeid adelt” gelogenstraft. Wat we ons afvragen, is er een jachtseizoen of kun je onbeperkt afschieten en geweien verzamelen?
Verder wederom schitterende foto’s.