The Cotswolds en Oxford

Woensdag 16 augustus deden we lekker rustig aan ’s morgens. Na het inpakken reden we noordwaarts het binnenland in, naar de Midlands. Daar ligt een streek die bekend staat als een gebied van “Outstanding Natural Beauty“: The Cotswolds. In het oud-Engels betekent cod iets als ‘hooggelegen open land’ en wold betekent heuvels.

Aangezien we tijd genoeg hadden voor deze rit van ruim 2 uur, besloten we eerst Oxford te bezoeken, de stad waar de befaamde detectiveseries Morse en Lewis zich afspelen. Oxford is een universiteitsstad, dus met een bruisend sociaal leven en een rijke historie. Dat is te zien in de vele prachtige statige gebouwen. Wat ook te merken was, is dat meer mensen belangstelling hebben voor zo’n mooie stad. Het was er erg druk.

Evengoed konden we genieten van de mooie binnenstad en gingen we na twee uurtjes richting ons hotel The Lamb Inn in Great Rissington. Wat een leuk knus hotel! Het gebouw is 300 jaar oud, de plafonds zijn allemaal erg laag, sommige vloeren lopen schuin, er zijn trappetjes in onmogelijke hoeken, dus helemaal superleuk. En we kwamen erachter dat de keuken uitstekend is, dus met recht een vier-sterren hotel.

Donderdag de 17e hebben we de hele dag de tijd genomen om de dorpjes van The Cotswolds te verkennen. Allereerst was Bibury aan de beurt. Volgens verschillende websites een dorp waar je geweest móét zijn. Helaas hadden busladingen met Chinezen dat ook gelezen. Bijzonder om te zien hoe ze het dorp overspoelden, en hoe ze druk waren met zorgen dat ze vooral zelf leuk op de foto kwamen. Verder vonden wij het een heel aardig dorpje, maar niet zo bijzonder dat we anderen zullen adviseren daarheen te gaan.

We gingen verder naar Bourton on the Water. Dit plaatsje is volgens ons leuker dan Bibury, met leukere huisjes. Het is ook een stuk groter, dus er kunnen veel meer Chinezen in! Nou ja, niet flauw doen, hier waren ook veel Engelsen en andere toeristen, waaronder minstens twee Nederlanders 😁. We struinden door het dorp, vonden gelukkig ook wat rustiger straatjes, kochten een kerstbal en maakten natuurlijk veel foto’s.

Als derde plaatsje gingen we naar Chipping Campden. Dat doen we goed: de dorpjes worden steeds leuker! Extra leuk was dat er een aardige wandeling was naar een heuvel waar je een mooi uitzicht had over het heuvelachtige landschap.

Op weg terug naar ons hotel kwamen we praktisch door Burford, dus daar hebben we ook even gestopt en doorheen gelopen. Erg mooi allemaal!

Maar ook rond ons hotel is het erg mooi en zien we alleen maar Cotswoldse schattigheid.

Zoals je op de foto’s kon zien, hebben de huizen in deze regio een heel eigen en kneuterige stijl. De meeste huizen zijn in de 17e tot 19e gebouwd, maar sommige zijn veel ouder. Er werd lokale kalksteen gebruikt, die de huizen hun karakteristieke uitstraling geeft. Een leistenen dak maakt het plaatje compleet en resulteert in een fotogeniek huis.


Nog even enkele losse observaties, na ruim een week links rijden in dit mooie land: 1) Engelsen zijn matige chauffeurs. 2) Achteruit insteken kunnen ze niet. 3) Hoffelijk zijn ze ook niet (meer?). 4) Er rijdt een belachelijk groot aantal SUV’s rond.
Je bent gewaarschuwd…

Een andere observatie: we zien niet heel veel vogels hier. Een incidentele merel en een roodborst. De meeste exemplaren hebben we eigenlijk gezien van de prachtige Rode Wouw, in het Engels de Red Kite geheten. Grappig, want een vlieger noemen we ook een kite. Nou deze vogels kunnen ook in de lucht hangen als een vlieger, dus dat zal vast de verklaring zijn.

Wat ook opvalt dat al het kraanwater wat we tot nu toe gedronken hebben, chloor bevat. Soms valt het amper op, maar soms is het ook gewoon (volgens ons) niet te drinken. Hier in de Cotswolds is het tot nu toe het meest, we hebben daarom maar een paar flessen water gekocht.

Tenslotte nog één opvallend item en dat is de Engelsen heel erg dog-minded zijn. Overal staan kommen water en bakken met hondenkoekjes. In de winkels zie je veel ansichtkaarten met honden erop en zo goed als géén met een kat erop. De verkopers was het eigenijk niet zo opgevallen en hebben er ook geen verklaring voor. Omdat we voor een collega van Johanna wat katten-ansichtkaarten zouden kopen, kwamen we hierachter. Maar goed, de vakantie is nog niet om, wie weet…


Vrijdag de 18e begint met flinke regen, dus beginnen we de dag na het lekkere ontbijt met lees-tijd! Tegen de middag besluiten we naar Oxford te rijden om daar het Museum of Natural History te bezoeken. Op de heenweg waren we daar al even in geweest en was ik ‘lekker gemaakt’. Het museum is gevestigd in een prachtig gebouw (“a striking example of Victorian neo-Gothic architecture“, zoals hier te lezen is) en het heeft een hele mooie hoofdzaal. De steunpilaren zijn gemaakt van allemaal van gesteenten uit verschillende geologische tijdvakken en van verschillende plaatsen in het VK.

Verder is het museum heel mooi ingericht. Geen droge uitstalling van allerlei opgezette dieren, maar mooi op thema, mooi vormgegeven en gericht op het wekken van de belangstelling van kinderen voor onze mooie natuur en aarde. Wat dacht je van bordjes met “Please touch” erop. Ook esthetisch echt mooi gedaan! Door het glazen dak was het wel benauwd binnen (flinke regenval en nu scheen de zon volop), dus na ruim 2 uur waren we helemaal gaar van al dat moois.

Overigens zit in hetzelfde gebouw als het Museum for Natural Historie het Pitt Rivers Museum. Dit museum exposeert de archeologische en antropologische verzamelingen van de Universiteit van Oxford. Het zag er prachtig uit, maar een mens kan teveel interessants op één dag te verwerken krijgen. We hebben in ieder geval een goede reden om een keer terug te gaan naar Oxford.

Ook een mooi gebaar is dat alle vier musea van de Universiteit van Oxford gratis toegankelijk zijn.

Na dit educatieve bezoek gingen we (weer) naar Burford, want daar had Johanna een grote antiekhandel gezien waar ze wilde struinen. Daarna liepen we nog even rond in het stadje en zagen dat een schoenenwinkel van een bekende keten: Sale. Eindelijk kon ik mijn oude en niet-meer-fris-ruikende Ecco’s wegdoen, want ik scoorde maar liefst drie paar Sketchers.

Op de terugweg naar het hotel reden we door enkele leuke plaatsjes. Minstens even leuk als de hierboven genoemde vier dorpjes, dus je kunt in The Cotswolds met een gerust hart de toeristische rimram overslaan en gewoon van de hoofdweg af gaan en genieten.

Wij gaan lekker dineren in ons fijne hotel, daarna chillen en morgen richting Cambourne, een plaatsje in de buurt van Cambridge.

2 gedachten over “The Cotswolds en Oxford”

  1. Sanne de Leeuw

    Als zelfs de bordjes in het Chinees zijn, weet je genoeg… Mooie dingen hebben jullie al gezien! Leuk om zo wat mee te kunnen lezen en kijken. Groetjes!

    1. Dank voor je reactie, Sanne. We zijn best content met ons blog, zo hebben we ook mooie herinneringen om naar terug te kijken. En je hebt er nu nog één te gaan! 😉

Reacties zijn gesloten.

Scroll naar boven