Maandag 30 juli was het tijd om weer huiswaarts te rijden. Niet rechtstreeks, we hebben bijna drie weken de tijd voor de thuisreis. Op de Poolcirkel ontdekten we een mooie gletsjerwandeling, bijna op de route, en aangezien het weer eigenlijk optimaal was, besloten we de wandeling te gaan maken.
Zo reden we weer terug richting Mo I Rana en gingen we ruim voor de stad, bij Røssvoll, rechtsaf een kleinere weg in richting Svartsdalen, om de resterende 21 km af te leggen. Wat een leuke weg weer! Heuvelig en bochtig en aan het eind steeds smaller, maar nergens eng. En ook hier aan het eind een ruime en al goed bezette parkeerplaats.
We hadden al gelezen dat de wandeling startte met een boottocht van 20 minuten en de afvaarttijden ook gevonden, dus we waren mooi op tijd om de boot van 13 uur te nemen. Het Svartisvatnet, het Zwart-ijs-meer waar we over voeren, had een erg blauwe kleur: gletsjerwater dus. Dat was ook te zien, want het punt waar we naar toe voeren was pal naast een waterval die afkomstig was van de gletsjer.
De wandeling was heel mooi om te doen en niet al te eenvoudig. Regelmatig hadden we voeten én handen nodig om een klimmetje te doen (we volgden gewoon de gemarkeerde route hoor!). Het leek ons dat dit met nat weer helemaal een lastig traject zou worden, als alle stenen ook nog eens glad zouden zijn…
We wandelden en klauterden door een ruig landschap, met bijzonder mooie steenformaties en -kleuren, met glimstenen en desolate stukken met spaarzame pioniersplanten. Verderop weer wat kleine moerasjes. Her en der tekens op de stenen met jaartallen erbij, zeer waarschijnlijk waar de gletsjer in het verleden heeft gelegen. Het is bekend dat gletsjers wereldwijd in rap tempo krimpen en dat zal met de Svartisen gletsjer niet anders zijn.
We kwamen een mevrouw tegen die de gletsjer in de jaren tachtig had bezocht en die nu heel verdrietig was om te zien hoe veel de gletsjer kleiner was geworden sindsdien.
(Overigens: de Svartisen gletsjer is de een-na-grootste gletsjer van Noorwegen (370 km2 groot), wij gingen naar één van de 60 uitlopers: de Austerdalsisen.)
De tocht was 3 km lang en zou ongeveer een uur duren. Inderdaad was je na een uur bij een bord en had je al een prachtig zicht op de gletsjer, maar wij hadden er toch wel een beetje op gehoopt hem ook daadwerkelijk aan te kunnen raken (net als in 2015). Daar kwam bij dat we mensen dichter bij de gletsjer zagen, dus gingen wij ook die kant op!
Die laatste 500 meter bleek het lastigste deel van de tocht. De gesteentelagen waren daar schuiner en scherper en er zaten regelmatig diepe en brede spleten tussen de stukken, zodat je een omweg moest nemen. Dat was dus echt zweten geblazen, temeer omdat de temperatuur beslist niet arctisch was, namelijk zo’n 26 graden…
Maar, zie de foto’s: we hebben het gered, en wát was het mooi!
We hebben allebei dicht bij de gletsjer gestaan en hem aangeraakt. Heel bijzonder, maar niet iets om heel lang te doen, want zoals al op het waarschuwingsbord stond: gletsjers zijn in beweging en dat was te horen! Dus na de fotomomentjes en wat afkoelen aan het gletsjerijs (door ons is ‘ie weer een stukje meer gesmolten, niet verder vertellen…) toch maar weer aan de terugweg begonnen. Nou ja, ook omdat de laatste boot om 17 uur retour ging, en dat zouden we gaan halen als we zonder al teveel omwegen zouden klauteren…
We waren nog niet lang onderweg en we hoorden een dof ‘ploef‘geluid achter ons. Een stuk gletsjer had bewogen of was ervan af gevallen, we konden het niet goed zien.
De terugwandeling ging verder voorspoedig en we waren ruim op tijd voor de boot, dus konden ook nog even een uitstapje maken naar een waterval en ons even opfrissen en een extra slokje drinken.
Terug bij de opstapplek bleek naast de parkeerplaats een klein kampeerterrein te zijn, waar we het allerleukste plekje van onze hele reis tot nu toe hebben gehad: mooi rustig en pal aan het Svartisvatnet. Wat een prachtige afronding van een mooie dag. En omdat het erg warm was geweest, hadden we allebei flink gezweet, dus wat is er dan leuker op een camping zonder verdere faciliteiten (geen douches, geen stroom, geen wifi, alleen maar een WC, een drinkwaterkraan en een prullenbak) dan even een duik te nemen in dat gletsjermeer!
Dat hebben we beide gedaan (5 minuten..). Johanna schatte de watertemperatuur op 7 graden, en dat bleek precies te kloppen volgens de beheerder die ’s avonds met ons af kwam rekenen. Het meer was meestal 5 à 6 graden, maar zou nu met al die warmte van de afgelopen weken best wel eens 7 graden kunnen zijn. Dus hebben we onbewust de Wim Hof methode toegepast, en was het niet vreemd dat we lekker afgekoeld waren… 😉
’s Avonds hebben we genoten van een prachtig lichtspel met de luchten en de kleuren op het meer en er was zelfs nog een uurtje windstilte zodat er nevel op het water kon verschijnen. Heel mooi en het was erg moeilijk om foto’s te kiezen…
Prachtig! maar je ziet inderdaad aan de afgesleten wanden dat de gletsjer heel veel groter is geweest!
Klopt, Karin! Op de foto met bijschrift ““Onze” gletsjer in vroeger tijden…”, genomen uit een boek, kun je zien dat hij tot aan het water liep, en voordien nóg verder/breder…
Tijd dus om de dieselcampert van de hand te doen wellicht…
😉
Prachtig! Nog drie weken genieten.
Liefs
Thx, Sil gaan we doen!
Wij sluiten ons graag aan bij de vorige reacties. Het is schitterend en dat jullie genieten blijkt wel uit de manier waarop jullie een blog schrijven. Ik heb eens opgemerkt dat dit een talent is waar je echt iets mee kunt doen.
Hmmm, dat zou niet gek wezen, als we daarmee ons geld konden verdienen, Willem!
Dank voor het compliment en meelezen.