Naar de Zweedse oostkust

Vrijdag 3 augustus zijn we voor twaalven van de saaie Grongse camping af om de weg 74 oostwaarts te rijden richting Gäddede. Wat een prachtige is dat zeg! Het was van begin tot eind voluit genieten.

We reden door een soort dal met aan weerszijden niet heel hoge, maar wel erg steile rotswanden, dicht begroeid. Werkelijk geen plekje bleef onbenut, zo leek het wel…

De weg gaat over de bergen van het Noors-Zweedse grensgebied, dus had de eerste helft een stijgend karakter. Bovenaan waren we rond de boomgrens en kreeg het landschap een wat meer ruimer karakter en zagen we ook af en toe tekenen van moerassigheid (vooral Wollepluisjes). We stopten op een grote parkeerplaats met info over het NP waar we langs reden: Blåfjella Skjækerfjella.

Een groot en ruig Noors NP, waar ook veel beren schijnen voor te komen.
Zo hing er een oproep om berenpoep te verzamelen en in het ‘brievenbusje’ te doen voor wetenschappelijk onderzoek. Met foto’s erbij hoe je berenpoep kunt herkennen én een waarschuwing dat berenpoep best flink kan stinken (“Bjørneskit kan bestå av store ruker”).

Weg 74 staat op ons lijstje om t.z.t. nog een keertje te rijden. Gewoon, zomaar, al is het alleen maar om een pak koffie te halen in Grong zou je terug rijden… En wie weet, ook nog eens een uitgebreider bezoek aan dat NP, waar Johanna nog een bult macro-foto’s heeft gemaakt, waarvan je hieronder enkele mooie ziet.

Vlak voor de grens maakten we onze Noorse kronen op aan lekkernijen (ahum…) bij een pompstation, want het zag ernaar uit dat we dit jaar niet meer in Noorwegen zouden komen, gezien de weersvoorspellingen. Enkele km’s voor Gäddede reden we Zweden weer binnen. 

Na Gäddede zakten we de weg 342 af richting Strömsund. Ook een mooie weg, maar minder spectaculair en heel monotoon. Het was op een gegeven moment lastig wakker te blijven voor Johanna, en dat zegt iets, met alle nachten goede nachtrust en veel ontspanning overdag…

Maar goed, het reed wel lekker door dus Strömsund werd bereikt en de Tomtom ingesteld op Ramsele. Maar eerst even een loppis bezoeken en daarna op zoek naar een plekje voor de nacht.

We zagen een bordje Brattforsen, met daarachter het getal 14 en bij de afslag een gravelweg, dus dat zag er veelbelovend uit. En ja hoor: na 14 km door niemandsland kwamen we uit op een plek met mooie en beschutte parkeergelegenheid, helemaal verlaten en stil, bij een stroomversnelling en rotstekeningen. 

Dus dat was zaterdag 3 augustus lekker uitslapen, buiten ontbijten (we zagen nog twee rouwmantels!) en binnen het ontbijt beëindigen vanwege een buitje, rustig aan de dag beginnen, waarna we vroeg in de middag verder oostwaarts kachelden.

Tijdens de rit het hele dorp Brattfors bekeken (3 huizen… 😉 ), bijna een koppel patrijzen onder de campert gekregen en twee kleine reeën gezien. Boodschappen gedaan in Ramsele en de Tomtom ingesteld op Kramfors. Tussentijds zijn we een keer een gravelweg ingeslagen naar de Häxberget om te zien of dat een mooie overnachtingsplek zou zijn, maar dat was het beslist niet. 

Zodoende streken we tegen een uur of vijf neer op Camping Flogsta in Kramfors. De mevrouw keek heel gewichtig in haar boek en besloot dat ze plek 17 nog voor ons vrij had. Wij blij… Bij het oprijden van het veld was het hele veld leeg, op de plek tegenover nr. 17 na, waar ook Nederlanders stonden…

We proberen altijd op onszelf te zijn en niet te snel praatjes aan te knopen met andere Nederlanders, omdat het in onze ogen zo vaak en snel dom gezwets wordt en altijd op hetzelfde neerkomt. Dom zwetsen doen wij al genoeg tegen elkaar… Maar goed, nu konden we er met goed fatsoen niet onderuit, en dat gaf niets, het waren aardige mensen en ze wisten maat te houden met zwetsen… 😉

Op deze hoogte wordt het op deze tijd van het jaar ook weer behoorlijk donker. Donker genoeg om de weer sterren te zien en sterrenbeelden te herkennen. Best fijn.

Zondag 5 augustus worden we uitgerust wakker. Het is grijs en drupt af en toe een beetje, geheel volgens de voorspelling. We herinneren ons al snel dat het de eerste zondag van augustus is, dus dé Boekenmarkt van Deventer is vandaag! Wij zijn er volgend jaar weer bij en lezen nu nog in de boeken die we vorig jaar kochten…

Na de gebruikelijke ochtend-dingen rijden we verder richting oostkust. Een heel stuk E4 dus. Bij Sundsvall is een hele nieuwe grote brug die een stuk E4 door de stad bespaart. Heel mooi gemaakt.

In de middag klaart het weer mooi op en komt de zon er weer door. We gaan we vóór Hudiksvall van de snelweg af en volgen we de bordjes naar Hölick natuurreservaat, op het schiereiland Hornslandet. Johanna heeft daar een mooie wandeling gevonden, die we morgen gaan doen.

We zien zomaar twee kraanvogels in een korenveld, een cadeautje! 
Wij kijken eerst even op het puntje van het schiereiland, bij een kapelletje, en bekijken het dorpje, dat voorheen een echt vissersdorp was, maar de vissershuisjes zijn nu vooral buitenhuisjes.

Hoewel het niet erg druk is, is het toch verboden wild te kamperen tot een aantal km’s vanaf het dorp en de (grote en toeristisch aandoende) camping. We vermoeden dat de campingeigenaar de gemeente heeft verleid om kampeer-verbodbordjes neer te zetten… 😉
Maar wij hadden al een plekje gezien op de heenweg naar het dorp en dit bleek een heel geschikt plekje te zijn, dus daar heb ik deze woorden getypt. De weg waarlangs we staan is rustig en we hebben lekker buiten gezeten. ’s Avonds hoorden we de kraanvogels trompetteren, niet eens heel ver weg.

Maandag 6 augustus sliepen we lekker uit; de weg waarlangs we stonden was zelfs nog rustiger dan we verwacht hadden… Het zonnetje scheen en er waaide een briesje, lekker buiten ontbijten dus. Daarna opgeruimd en de campert opgestart en de paar km die we gisteren gereden hadden weer terug om aan de wandeling van Hölicks Naturreservat te gaan doen. 

Een prachtige wandeling!! Het ‘parcours’ is ruim 7 km, maar de tijd die je ervoor moet nemen is echt wel zo’n 3,5 uur. Het grootste deel bestaat namelijk uit stenenpad. En dan bedoel ik niet netjes gelegde stenen, maar rotsblokken en keien van alle formaten, afgewisseld met stukjes bos waar dan weer de boomwortels heel oppervlakkig liggen, kortom: je moest er voortdurend uit je doppen kijken 😉 .

Als je dan ook nog iets van de mooie omgeving wilt zien, is het steeds kiezen: lopen of rondkijken. En als iemand dan óók nog de macro-stand van de camera een beetje in de vingers begint te krijgen (ik noem geen namen…), dan ben je dus zomaar ineens ruim vier uur verder voordat je rond bent.

Daarom blazen we bij deze het woord ‘stenenzee’ maar eens nieuw leven in, want die hebben we vandaag wel gezien. Allereerst de stenen aan het begin van de wandeling, waar door het terugtrekken van het landijs na de laatste ijstijd het land zover omhoog ‘veerde’ (iets dat in heel Scandinavië wel in enige mate gebeurd is) dat het kantelde en er grotten ontstonden, waar ik natuurlijk even een kijkje in moest nemen.

Dan waren daar nog de uitgestrekte vlaktes met allemaal rolkeien, waar menig tuincentrum jaloers op zou worden. En al die stenen waren rond geslepen door het ijs dat hier zo’n 10.000 jaar geleden lag. Tenslotte nog de stenen die letterlijk aan zee lagen. Er kwam geen eind aan en ik ben trots op Johanna dat ze zich heeft kunnen beheersen en maar één steen van het strand heeft meegenomen…

Na de wandeling aten we een ijsje bij een tentje met pretenties. Tenminste: € 10 voor de ijscoupe die we kregen was ruim aan de prijs volgens ons, maar wél heel lekker. Wat ook opviel was dat het hier bijna uitgestorven was. Nu kun je zeggen dat dat aan de prijzen lag, maar het hele gebied, ook de camping waar we even overheen liepen, was erg rustig. En dat midden in het hoogseizoen… Ongelofelijk dat dat ‘uit kan’.

Op de detailkaart van het schiereiland hadden we een aardig plekje gezien om de komende nacht te kunnen staan, maar dat viel tegen. Na zo’n 16 km ‘gravelen’ kwamen we terecht in het haventje aan de andere punt van het schiereiland. Er waren enkele mannen bezig met een bootje, dus we overlegden even met ze en het was volgens hen geen probleem dat we de campert in het haventje parkeerden voor de nacht.

Weer zo’n leuk plekje. Stil, prachtig uitzicht over het tegenoverliggende vissers(mini-)dorpje, aan een baaitje met links de open zee (Botnische Golf). En ook hier trompetteren de kraanvogels alsof ze een symfonie aan het instuderen zijn… Kortom, mankeert weer helemaal niets aan!

Tot zover over onze tocht naar de Zweedse oostkust!

2 gedachten over “Naar de Zweedse oostkust”

  1. Weer met veel plezier gelezen. Wat een prachtige mossoorten hebben ze daar toch. Het is een voorrecht om dit land resp. deze landen met een camper te kunnen bezoeken, want anders lijkt het een mission impossible om al dat schoons te zien. Natuurlijk zullen toeristische routes ook wel iets hebben maar het lijkt ons toch wel anders. Toch begint het einde van jullie trip in zicht te komen, dus geniet er nog van en vooral Blijf bloggen!!

    1. In deze landen is een camper inderdaad ideaal, temeer omdat je hier vrij mág kamperen (allemansrecht noemt men dat hier, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Allemansrecht), dus daarom zijn wij dubbel blij…

      En inderdaad zijn we eigenlijk ook al met de thuisreis bezig. Het weer wordt overal minder (maar voor de natuur en de boeren beter), dus we zijn nu in de buurt van Stockholm en we gaan ‘de goeie kant’ op!

Reacties zijn gesloten.

Scroll naar boven